De Tweede Kamerleden Stoffer en Bisschop (SGP) stellen Kamervragen over het opkopen van zonneparken door buitenlandse investeerders. Aanleiding is een artikel in verschillende regionale kranten. Het artikel is suggestief en brengt onnodig schade toe aan de snelheid van de energietransitie. In elke branche heb je rotte appels en dat er buitenlandse investeerders zijn is een non-issue, meent Arno Albers van LC Energy.
Het artikel in diverse regionale kranten spreekt over buitenlandse investeerders die Nederlandse zonneparken opkopen en zo subsidies opstrijken. Het verhaal is dusdanig suggestief dat het voor onnodige vertraging kan zorgen van de broodnodige energietransitie en schreeuwt om nuance.
Allereerst wordt er op eenzijdige wijze een beeld geschetst van Porsche rijdende ‘cowboys’ die miljoenen binnenharken en puinhopen achterlaten in het landschap. Ja, in elke branche zijn er rotte appels. Mijn ervaring is echter anders. Elk park wat wij afleveren, leidt tot 30 procent meer blijvende natuur. We zorgen voor een stuk vrije natuur en er komt een groene rand rond het zonnepark. Daarbij zijn zonneparken goed voor de biodiversiteit. Dat is geen ‘smoes’ van ontwikkelaars, zoals in het artikel wordt gesuggereerd. Omwonenden kunnen voor 50 procent participeren. We zijn hierin niet de enige. Een groot deel van onze collega-ontwikkelaars werkt op integere wijze.
Buitenlandse investeerders
Dat er Nederlands subsidiegeld naar het buitenland vloeit is helemaal niet raar. Onze Nederlandse baggeraars baggeren de haven van Antwerpen uit. Duitse wegenbouwers leggen een nieuwe snelweg bij Groningen aan. Ons ABP bouwt windparken in Zweden. De markt voor infrastructuurprojecten is allang internationaal, ook Nederland profiteert volop mee. Binnen Europese wetgeving is het verboden om Nederlandse bedrijven of investeerders voorrang te verlenen boven buitenlandse bedrijven. De reden dat vooral buitenlandse bedrijven investeren in onze energieprojecten komt omdat zij genoegen nemen met minder rendement. En dat brengt mij gelijk op het volgende bezwaar tegen het artikel van Paolo Laconi. Zijn rekensom klopt niet.
Rendement
In het artikel wordt Egbert Ludwig aangehaald, die spreekt over rendementen van 15 procent. Deze aanname wordt nergens in het artikel tegengesproken door reële cijfers. Bij deze: De SDE is zo ingesteld dat de onrendabele top van projecten is afgedekt en de subsidie zo laag mogelijk is. DNV GL is een onafhankelijke, wereldwijd opererend consultancy. Ze weten precies hoe hoog de subsidie moet zijn om bedrijven nog wel te laten investeren en de winst te minimaliseren. Die subsidie is op dit moment vastgesteld op 8 procent op het eigen vermogen. Dat eigen vermogen is ongeveer 20 procent van het totaal, de meeste ontwikkelaars lenen ongeveer 80 procent bij een bank.
In deze rekensom is nog geen rekening gehouden met de kosten van de huur van de grond. Dus die moeten er nog af en die zijn fors. Laconi gaat in het artikel uit van jaarlijks 200.000 euro voor 25 hectare. Ook investeringen in een gebiedsfonds en voor landschappelijke inpassing gaan ten koste van de opbrengst.
Er moeten rekening worden gehouden met projecten die niet doorgaan. Meer dan de helft van de initiatieven sneuvelt in het vergunningsproces. Dan zijn er al flinke kosten gemaakt aan onderzoek, arbeid en reservering netcapaciteit.
Voor een investeerder blijft er naar schatting een rendement over van 1 tot 3 procent. Dat is meer dan de rente op een spaarrekening, maar niet de enorme vetpot die het artikel suggereert.
Omwonenden
In het klimaatakkoord is afgesproken dat wordt gestreefd naar 50 procent lokaal eigendom. Lokale overheden nemen dit mee in hun gemeentelijk beleid. Als wij een park aanleggen, bieden we omwonenden de helft van de aandelen, zonder dat ze enig ondernemingsrisico lopen. We komen overigens ook wel eens in gebieden waar mensen helemaal niet willen investeren. Ze hebben geen geld of geen interesse.
In het artikel worden omwonenden opgevoerd die naar ‘een oneindige zee zwarte zonnepanelen’ kijken. Diezelfde mensen hoor je niet klagen over hun verwarming, auto, wasmachine, televisie, laptop of wintersportvakantie. Nadat we met z’n allen hebben geprofiteerd van industrialisatie, zullen we ook samen de problemen die hierdoor zijn veroorzaakt moeten oplossen.
Als alle zonneparken die zijn gepland ook daadwerkelijk worden gebouwd, liggen er straks zonnepanelen op minder dan 1 procent van alle landbouwgrond. Dat is niet veel, als je bedenkt dat ook een groot deel van onze landbouwgrond wordt gebruikt voor sierteelt en voor veeteelt, grotendeels bestemd voor export.
Klimaatakkoord
In het klimaatakkoord is door heel veel verschillende partijen, op nationaal, provinciaal en ook gemeentelijk niveau afgesproken welke maatregelen nodig zijn om de Nederlandse bijdrage aan de klimaatverandering te leveren.
Ook de locatie keuze van een zonnepark in een omgeving is het gevolg van een democratisch proces in de RES-regio’, gemeentelijk beleid, en uiteindelijk een omgevingsvergunning die door de democratisch gekozen gemeenteraad wordt aangenomen.
Het wordt tijd dat we onze verantwoordelijkheid nemen en ons steentje gaan bijdragen aan het milieu en het klimaat.
Arno Albers, directeur en medeoprichter van LC Energy
06-46412012
Wij mensen, allemaal afkomstig van dezelfde moleculen van één enorm krachtige ster die is geëxplodeerd. Wij die ons gedurende miljarden jaren hebben ontwikkeld. Het leven, dat zijn wij. Wij de mensheid zijn zo sterk dat we de aarde kunnen redden, maar we kunnen haar ook vernietigen. Zelfs iets kleins maakt verschil.
Wubbo Ockels, mei 2014
Deze website maakt gebruik van “cookies” om de website te laten functioneren, de website te helpen analyseren om onze dienstverlening te verbeteren of voor marketing doeleindes.